1. Direct werkendmagneetventiel
Principe: Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, genereert de solenoïdespoel elektromagnetische kracht om het sluitorgaan van de klepzitting te tillen, en de klep gaat open; wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, verdwijnt de elektromagnetische kracht en drukt de veer het sluitorgaan tegen de klepzitting en sluit de klep.
Kenmerken: Het kan normaal werken onder vacuüm, onderdruk en nuldruk, maar de diameter is over het algemeen niet groter dan 25 mm.
2. Stapsgewijze directe werkingmagneetventiel
Principe: Het is een principe dat directe actie en proefoperatie combineert. Wanneer er geen drukverschil is tussen de inlaat en de uitlaat, nadat de stroom is ingeschakeld, tilt de elektromagnetische kracht de kleine pilootklep en het sluitorgaan van de hoofdklep direct achtereenvolgens omhoog, en de klep gaat open. Wanneer de inlaat en uitlaat het startdrukverschil bereiken, nadat de stroom is ingeschakeld, bestuurt de elektromagnetische kracht de kleine klep. De druk in de onderste kamer van de hoofdklep neemt toe en de druk in de bovenste kamer neemt af, waarbij het drukverschil wordt gebruikt om de hoofdklep omhoog te duwen; wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, gebruikt de stuurklep de veer. De kracht of gemiddelde druk duwt het sluitorgaan en beweegt naar beneden om de klep te sluiten.
Kenmerken: Het kan veilig werken onder nul drukverschil of vacuüm of hoge druk, maar het vermogen is groot en het moet horizontaal worden geïnstalleerd.
3. Pilootmagneetventiel
Principe: Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, opent de elektromagnetische kracht het geleidegat en daalt de druk in de bovenste kamer snel, waardoor een drukverschil ontstaat tussen de bovenste en onderste delen rond het sluitgedeelte. De vloeistofdruk duwt het sluitgedeelte omhoog en de klep gaat open; wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, trekt de veerkracht aan het geleidegat. Het gat is gesloten en de inlaatdruk gaat door het bypass-gat en vormt snel een drukverschil tussen de onderste en bovenste delen rond het klepsluitgedeelte. De vloeistofdruk duwt het sluitdeel naar beneden om de klep te sluiten.
Kenmerken: De bovengrens van het vloeistofdrukbereik is relatief hoog en kan willekeurig worden geïnstalleerd (maatwerk is vereist), maar er moet wel aan de voorwaarde voor het vloeistofdrukverschil worden voldaan.